BASISSCHOOL

Babette, leerkracht van groep 1 – 2, ziet dat veel leerlingen in haar klas de potloden niet goed vasthouden. Zij weet niet goed wat ze van de kleuters mag vragen. Moet ze hun de tijd geven… het komt immers vanzelf wel een keer. Of moet ze juist gericht werken aan het verbeteren van de greep? De kleuters gebruiken driekantige potloden, maar Babette ziet dat hierdoor de greep niet verbetert.
Tijdens de nabespreking van een voorbeeldles legt Ingrid, een kleurlesspecialist, haar uit wat een goede pengreep is en hoe deze zich ontwikkelt. Babette weet nu dat ze met haar kleuters ‘aan de slag’ moet. Ze kan hierbij de kijkplaten van De Kleurles goed gebruiken en ze heeft nog meer adviezen gekregen hoe ze dit kan gaan aanpakken.

Nadim zit in groep 3 en vindt het moeilijk om de letters netjes tussen de lijnen te schrijven. Hij houdt het potlood krampachtig vast en schrijft het liefst op papier zonder lijnen en met grote letters. Het lukt hem niet om het potlood met de toppen van de vingers vast te houden. Nadim laat regelmatig kleine voorwerpen uit zijn handen vallen.
Ook tijdens de voorbeeldles van De Kleurles, gegeven door Rein, valt dit Rein meteen op. Aangekomen bij het thema ‘fijne motoriek’ blijkt dat Nadim hier nog grote moeite mee heeft. Rein adviseert om eerst met de fijne motoriek aan de slag te gaan en bij pen en papier taken ander materiaal te gebruiken. Wanneer de fijne motoriek verbetert, zal Nadim minder krampachtig en meer vloeiend kunnen werken op papier. Met gerichte oefeningen zal dan ook het schrijven verder verbeteren.

Sarah zit in groep 6 en heeft vaak pijn in haar hand tijdens het schrijven. Hierdoor kan zij niet zo netjes en snel schrijven als de andere leerlingen uit haar groep. Sarah kan wel heel goed gymmen en gaat graag naar school. Alleen het schrijven slaat zij liever over.
De Leerkracht van Sarah gebruikt de methodiek De Kleurles in haar klas. Ze heeft voor Sarah het registratieformulier van De Kleurles ingevuld met observaties bij het schrijven én bij het inkleuren en tekenen. Het is haar zo nog duidelijker geworden dat de problemen zich alleen voordoen bij schrijftaken. Na onderzoek blijkt dat Sarah toch meer moeite heeft met het taalkundig aspect van het schrijven dan in eerste instantie werd gedacht. Zij bouwde om die reden veel spanning op bij het schrijven. De leerkracht geeft Sarah nu meer tijd bij schriftelijke verwerkingsopdrachten, ze vermindert de stof waar dat mogelijk is, ze neemt regelmatig mondeling een les af en zo nu en dan mag Sarah de laptop gebruiken om een opdracht te maken. Sarah ervaart nu beduidend meer rust, de pijn in haar hand is weg en haar handschrift is leesbaar.